AANGIFTE TEGEN NEDERLANDSE MILITAIRE LEIDING De eerste stappen In december j.l. hebben twee advocaten, gespecialiseerd in het international humanitair recht, aangifte gedaan tegen de Nederlandse militaire leiding en de politiek-ambtelijke top wegens Nederlandse medeplichtigheid aan schendingen van het internationaal humanitair recht in Afghanistan. Deze aangifte betrof met name een drietal aspecten van schending van het internationaal recht: 1. Het niet voldoende in acht nemen van het bindend beginsel dat bij gewapende acties te allen tijde de burgerbevolking zoveel mogelijk moet worden ontzien. 2. De overdracht van door Nederlandse militairen gevangen gemaakte strijders aan Afghaanse autoriteiten, als gevolg waarvan zij een gereed gevaar lopen te worden onderworpen aan marteling, welke overdracht onder dergelijke dreiging in strijd is met het Anti-Folterverdrag.
3. De
aansluiting die Nederland gemaakt heeft bij de klaarblijkelijke NAVO-strategie
dat hoge Taliban-functionarissen fysiek uitgeschakeld mogen worden ook als zij
gevangen kunnen worden gemaakt, hetgeen neerkomt op medeplichtigheid aan
buitengerechtelijke executies.
De
aangifte komt verder op gang
De
organisaties die zich, tot op heden, in de procedure voor het hof bij de
strafklacht tegen de Nederlandse militaire leiding en de politiek-ambtelijke top
hebben aangesloten zijn de Stichting Tribunaal voor de Vrede, de Vereniging van
Juristen voor de Vrede en de Permanente Comissie inzake westerse
oorlogsmisdrijven.
Wat
gaat er verder gebeuren?
Zou ook
het hof deze aangifte afwijzen, dan staat voor verschillende aspecten van deze
klacht nog de weg open naar internationaalrechtelijke rechtsinstanties. Zoals
het Europese Hof voor de rechten van de mens en het Anti-Folter Comité.
Voorlopig
is de Nederlandse politiek dan ook nog niet met deze aangifte klaar!
|